Een onverstoorbaar oeuvre
In 1998 maakte Tamar Frank een van haar eerste lichtinstallaties in het Maastrichtse punkcafé De Witte Ballons. Het betrof een rechthoekig, van simpele materialen gemaakt wandobject met daarin een in gekleurde folie gewikkelde tl-buis. In die morsige, luidruchtige omgeving oogde het strak en minimalistisch. Door dat contrast wérkte het.
De keuze voor licht als materiaal lag in die tijd bepaald niet voor de hand. Na een relatieve bloeiperiode in de jaren ‘60 en ’70 van de vorige eeuw, waarin uiteenlopende kunstenaars als Dan Flavin, Bruce Nauman, Mario Merz en Keith Sonnier de optische en conceptuele mogelijkheden van (kunst-)licht hadden onderzocht, was lichtkunst verworden tot een marginaal verschijnsel; iets dat hooguit in een museum te vinden was en al zeker niet in de openbare ruimte.
Met de uitvinding en snel toenemende gebruiksvriendelijkheid van laser- en (vooral) ledlicht aan het begin van deze eeuw, en de ongekende mogelijkheden die de digitalisering bood, ontstond er een ware new wave van lichtkunstenaars. Dankzij al die nieuwe technieken werden lichtkunstwerken steeds groter, bombastischer en spectaculairder. Want waarom zou je, als je duizenden kleuren licht uit een armatuur kunt toveren, het nog met één, twee of drie tinten doen?
Parallel hieraan vond er nog een ontwikkeling plaats: lichtkunst werd een marketing tool. Steeds meer steden gingen de kunstvorm zien als hét middel om de toeristische winterdip gedurende de donkere wintermaanden te lijf te gaan en begonnen veel geld te investeren in groots opgezette lichtkunstfestivals. Met succes: alleen al in Nederland trekken het Eindhovense Glow en het Amsterdam Light Festival honderdduizenden bezoekers per jaar. Met kunst met een grote K heeft deze ‘democratisering’ niet per se veel van doen, maar het grote publiek vindt het prachtig.
Deze ontwikkelingen zijn niet aan Tamar Frank voorbijgegaan. Ook zij maakt gretig gebruik van ledlicht en ‘mengt’ lichtschakeringen met digitale middelen. Een uitnodiging om mee te doen aan een grootschalig publieksevenement als Glow neemt ze graag aan. Tamars beeldtaal daarentegen is niet wezenlijk veranderd. Haar gestaag groeiende oeuvre, dat met de ene voet in de traditie van coloristen als Mark Rothko en James Turrell staat en met de andere ferm in het ‘nu’, behoudt altijd een minimalistisch, ingetogen karakter. Meer of minder monumentaal van proporties, voegen Tamars installaties zich op volkomen vanzelfsprekende wijze naar de ruimte waarvoor ze worden gemaakt. Zonder uitzondering ademen ze een inherente rust en zelfverzekerdheid. Ze zijn krachtig in hun eenvoud, sober en serieus: less is more. Want waarom zou je duizenden kleuren licht uit een armatuur toveren als het ook met één, twee of drie tinten kan?
In dit oeuvre-overzicht wordt duidelijk dat Tamar onverstoorbaar het pad is blijven volgen dat ze twintig jaar geleden in Maastricht is ingeslagen. En het is precies die onverstoorbaarheid, zowel in werkwijze als in de daarmee bereikte resultaten, die haar grootste kwaliteit mag worden genoemd. Punkcafé De Witte Ballons moest alweer jaren geleden de deuren sluiten, maar van Tamar valt er nog heel veel moois te verwachten.
John Prop | stichting polderlicht
De presentatie van 20 jaar Lightspace vindt vanmiddag van 17.00 tot 19.00 uur plaats in de Angle Gallery aan de Weteringschans 207 te Amsterdam. Zien we u daar?