De expositie Art is The Antidote, momenteel te zien in Museum Voorlinden, wil een medicijn zijn voor wie zich ‘uitgeput, opgebrand en onderprikkeld [voelt] na alle lockdowns en discussies in de maatschappij’ (en toeslagenaffaires, misdadige boerenprotesten en de gekmakende politieke incompetentie van Rutte & Co, om maar wat te noemen.)
Maar het is ook een welkom tegengif voor wie af en toe een beetje moe wordt van de politieke en ideologische über-correctheid die, goede bedoelingen ten spijt, de kunstwereld momenteel zo in haar greep houdt. Gewoon een kwalitatief hoogstaande tentoonstelling van werk dat genoeg heeft aan vorm, kleur, ritme… aan zichzelf. Esthetisch genoegen zonder bijsluiter: kóm daar nog eens om tegenwoordig.
Art Is The Antidote was een onverwachte traktatie; we gingen immers naar Wassenaar voor Ground, de solo-expositie van Antony Gormley. En ook die stelt allesbehalve teleur. Naast de bekendere sculpturen die gebaseerd zijn op de verhoudingen van ’s mans eigen lichaam zijn er twee indrukwekkende, ruimtevullende installaties te zien, of beter gezegd te ondergaan, die onze eigen fysiek in perspectief zetten, verrassend en speels.
Op de foto’s, vanaf linksboven: Electric Wallflower (2005) van David Batchelor | Colorful Stones (2019) van Pascale Marthine Tayou – straatkeien, aan één kant gekleurd: naar verluidt een werk over rellen en racisme, maar ook ongegeneerd decoratief | Over The Earth (ca. 1988) van Antony Gormley – een van tientallen afgietsels van ’s mans lichaam | Clearing (2020), eveneens van Gormley – kruip-door-sluip-door tussen maar liefst acht kilometer (!) aan gebogen stalen stang… hoe hebben ze dit in hemelsnaam geflikt? | Breathing Room (2010), ook van Gormley – een glow in the dark grid om doorheen te dwalen | Foto helemaal boven: Organisé (2005, detail) van Bernard Frisé