Parklicht is voorbij. Moe maar voldaan kijken we erop terug. Het was elke avond lekker druk maar gelukkig nooit in die mate dat de verstilde sfeer van het Oosterpark en het getoonde eronder leed. Zelf waren we tevreden met het gemiddelde niveau van de getoonde kunstwerken. Het blijkt maar weer dat ogenschijnlijk rigide kaders (alleen wit licht, geen geluid, zo abstract mogelijk) helemaal zo rigide niet blijken te zijn (variatie genoeg immers) maar wél een zekere consistentie garanderen. Dat Parklicht geen massaal lichtfestival is maar een kleinschalig evenement met serieuze, overwegend ingetogen lichtkunst met een ‘menselijke maat’ hoeven we inmiddels niet meer uit te leggen, en dat maakt dat u met de juiste verwachtingen komt kijken.
Enkele locaties waren zo mogelijk nog verborgener en/of donkerder dan vorig jaar (de plattegrond bleek opnieuw onontbeerlijk) maar daar hoorden we amper nog klachten over. Integendeel: het zoeken naar en ontdekken van stukjes ‘achterkant van het park’ deed u met veel enthousiasme. En als u iets niet kon vinden bood overleg met andere bezoekers uitkomst. Naar ons idee was de sfeer prima; we hebben geen onvertogen woord gehoord. We mogen ons gelukkig prijzen met zo’n beschaafd, geïnteresseerd en respectvol publiek. Ook niet onvermeld mag de vele media-aandacht blijven die we dit keer kregen: met name Het Parool pakte flink uit. Menigeen heeft filmpjes gemaakt en/of op blogs geschreven en er was heel wat reuring op facebook. En ook niet onbelangrijk: het was prima Parklicht-weer!
Voor wie er niet was of het leuk vindt om nog eens terug te lezen volgt hier, fris van de lever, een 100% subjectieve omschrijving van de getoonde kunstwerken, in de volgorde van de plattegrond. Daar gaat-ie:
Heleen Blanken plaatste een zwarte perspex plaat (formaat Space Odyssey-monoliet) middenin de vijver in de tuin van het Tropeninstituut. De plaat lag plat op het wateroppervlak en was aan de onderkant van licht voorzien, waardoor het ding nog zwarter leek dan het toch al was. Aan de kopse kant van de vijver stond een zelfde formaat plaat rechtop; deze was transparant en er liep continu wit aangelicht water langs. Het geheel oogde alsof een rechthoek uit de vijver was ‘geknipt’ en een stukje verderop was teruggeplaatst. Negatief en positief in één beeld gevangen. (Ook blij met het kunstwerk waren de reigers die nu die smakelijke goudvissen goed konden zien – de vissen waarvan het Tropeninstituut had gezegd dat we er vooral ‘lief’ voor moesten zijn…)
Een tweede bijdrage van Heleen was een video-loop, te zien op het grote led-scherm tegen het Metis Montessori Lyceum. Daarop een geabstraheerd, wild stromend wateroppervlak in hard zwart-wit – een prelude op of, afhankelijk van de volgorde van zien, een echo van het werk in de vijver.
In sommige kunstkringen is ‘decoratief’ een vies woord. Dat dit niet terecht is bewijst Suzan Drummen sinds jaar en dag met haar grote floor pieces van glimmende materialen. Voor Parklicht ging Suzan voor het eerst met licht aan de slag. Onder een barok trappenhuis in het hart van Hotel Arena hing zij een groep grotere en kleinere witte ballonnen en projecteerde daarop gefilmde reflecties van een eerdere installatie. Daarnaast scheen een lampje op een draaiende ‘mini-installatie’, met reflecties op de muur als gevolg. De combinatie van die twee zorgde voor een ge(s)laagd geheel.
(Klik hier om verder te lezen…)
Afbeelding bovenaan: Lennart de Neef (foto Job de Hoop)
Afbeeldingen onderaan: Heleen Blanken | Suzan Drummen (foto’s resp. Max Haring | Marja van Putten)