inkijk is terug!

Het is alweer bijna vier jaar geleden dat ons project Inkijk (toen nog ‘Etalagegalerie’) in drie Amsterdamse metrostations tot een einde kwam: grootscheepse renovatie van de stations maakte de raamgalerieën overbodig. Maar twee van de drie ruimtes zijn sindsdien nog steeds niet verhuurd en al die tijd ‘zwarte gaten’ gebleven in de verder kekke, zeker voor een metro stijlvol aangelichte hallen. Reden dus om het GVB aan haar/zijn jasje te trekken. Dat, en de steun van het Amsterdams Fonds voor de Kunst, heeft erin geresulteerd dat Inkijk een (vooralsnog tijdelijke) doorstart krijgt.

Onze buren in de stations, de middenstanders die lang tegen de leegstand naast hun kappers- of broodjeszaak moesten aankijken, zijn blij met onze wederkeer. Het valt dan ook niet te ontkennen dat de stations er aantrekkelijker op zijn geworden. Met enige overdrijving durven we dan ook te stellen dat met de terugkeer van Inkijk de renovatie van de metrostations Waterlooplein en Weesperplein pas écht is voltooid… Alleen jammer dat het uitgerekend nu érg stil is in het Openbaar Vervoer. Voor wie de nieuwe expo’s wil bekijken maakt dat overigens niet uit: die zijn achter glas, dus hartstikke coronaproof.

In de Inkijk in station Waterlooplein – de ruimte is een stuk groter en lichter dan voorheen – toont Cindy Bakker een doorsnede van haar werk. Het betreft monumentale objecten, abstract en kleurrijk, vaak gebaseerd op eenvoudige, ‘iconische’ zaken zoals een slagboom of een afvalbak. In Metropolis M zegt Cindy het zo: “Wat ik interessant vind is een soort universele vorm- en kleurentaal, waardoor we worden aangetrokken op een haast primitieve wijze. Een cirkel met rood en wit is een stopbord, die betekenis is heel begrijpelijk en dat is er zo goed aan. Een kind van drie snapt het. In mijn werk kies ik vaak voor bepaalde vormen die in ons leven altijd terugkomen.” Die inspiratiebronnen mogen dan niet meer één-twee-drie als dusdanig herkenbaar zijn; de objecten behouden er wel een zekere vertrouwdheid door. En dat maakt dat ze, in al hun abstractie, uiterst toegankelijk blijven. De overwegend vrolijke kleuren helpen daarbij natuurlijk ook een handje.

Een halte verderop, in station Weesperplein, toont Bas Ruis een serie objecten van een heel andere orde. Bas toont eenvoudige huis-, tuin- en keukenspullen, readymades dus, en ondermijnt hun (gebruiks)functie, bijvoorbeeld door ze op een merkwaardige manier met elkaar te combineren. We noemen een gieter die droog (en dus leeg) blijft door de opengeklapte paraplu die erin steekt. Of een sokkel van schuimrubber: zo slap dat er niks op kan staan. Door de functie van dit soort spullen teniet te doen, laat Bas ons opnieuw kijken naar die dingen – en dan blijken ze vaak best esthetisch te zijn. Met name tuingereedschap is een geliefd materiaal, en dat maakt deze expositie tot een soort dadaïstisch Praxis- of Intratuin-filiaal. En passant zet één en ander vraagtekens bij de soms absurde rotzooi die her en der verkrijgbaar is, maar het werk wil toch vooral humoristisch en vervreemdend zijn – het is dan ook goed voor minstens een glimlach.

De tentoonstellingen van Cindy Bakker en Bas Ruis zijn te zien t/m februari.


Boven: Cindy Bakker | Midden en onder: Bas Ruis