In een tijd dat het kunstdiscours alleen nog over identiteit en/of diversiteit lijkt te gaan, is een tentoonstelling van kinetische kunst – met zonder uitzondering werk dat enkel en alleen naar zichzelf verwijst – niks minder dan een verademing. De Rotterdamse Kunsthal toont een overzicht van honderd jaar kunst die draait om ‘beweging’. Meer dan de helft van de tachtig (!) werken stamt uit de jaren ‘60 en ‘70: optical art, lichtkunst, Zero-minimalisme. Het leeuwendeel van dat spul knippert, flitst, trilt, kruipt en draait. Sommige objecten suggereren beweging bij het langslopen. Weer andere zijn van een priegeligheid waar de ogen zélf een hallucinair feestje van maken.
Actie<>Reactie heeft een analoge sfeer die volledig haaks staat op de computerbeeldtaal van tegenwoordig. Jonge mensen kijken nieuwsgierig naar hoe de objecten met simpele kettingen, tandwielen en draaimotortjes in beweging worden gebracht – hetgeen de magie van het bereikte ‘effect’ juist versterkt. Vernuft en esthetiek gaan hand in hand. Onder de kunstwerken zijn er veel van Grote Namen, en de kwaliteit is navenant. Hoogtepunten te over kortom, en de moeite van een reisje naar Rotterdam méér dan waard. En zeker voor ons want, in alle bescheidenheid, ons eigen Parklicht ligt in niet geringe mate in de lijn van (en is schatplichtig aan) wat we hier zien: non-figuratief, non-narratief, abstract, veelal geometrisch (licht-)werk dat geheel op zichzelf staat en draait om verwondering en esthetisch genoegen.
Op de foto’s hieronder vanaf linksboven met de klok mee: een detail uit Crest (1964) van Bridget Riley | Cabane avec deus trames de neon interférents (1972) van François Morellet | een detail uit Kosmische Vision (197?) van ‘spijkerman’ Guenther Uecker | Voltes IV (2004) van John Armleder | Beyond The Fans (2013) van Zilvinas Kempinas. Op de foto boven dit artikel: Slow Arc Inside A Cube (2009) van Conrad Shawcross.