euphoria

Euphoria… natuurlijk bedoelt Julian Rosefeldt de titel van zijn nieuwste filminstallatie ironisch. Het is immers overwegend ellende wat de klok slaat. Economische ellende welteverstaan: armoe, ongelijkheid… Waarom verdelen we onze welvaart niet, zoals de taart op een kinderfeest, in gelijke stukken? Waarom continueren we een systeem dat slechte eigenschappen als hebzucht en egoïsme beloont en goede als medemenselijkheid en solidariteit als suspect beschouwt?

Rosefeldt’s vorige filmproject Manifesto, met al zijn hemelbestormende kunstenaarsmanifesten (de een nog jubelender dan de ander), ja dát zou je euforisch kunnen noemen. De stemming van de personages in Euphoria daarentegen varieert eerder van gelaten tot opstandig… enthousiast over ons economische systeem is slechts een kleine minderheid. Staat tegenover dat Euphoria in alles een manifest is. Een anti-kapitalistisch manifest waar het beginselprogramma van de SP een puntje aan kan zuigen. Opgebouwd uit citaten uit vele tientallen geschriften over geld en macht van uiteenlopende figuren als Plato, Ayn Rand, George Orwell, Thomas Piketty, Snoop Dogg en zowaar onze eigen Rutger ’taxes, taxes, taxes!’ Bregman.

Maar Euphoria is meer dan dat. Het is een visueel overdonderend beeldgedicht met geweldige locaties (waaronder nogal wat industrial waste) en met al even overdonderende muziek (door vijf drummers en een enorm jeugdkoor.) Het werk zit bovendien vol met grapjes, verwijzingen en referenties, zoals een even grappige als wrange interpretatie van de beroemde knokenscène in 2001: A Space Odyssey. Spreekwoordelijke kers op de ongelijk verdeelde taart is Lydia Tár als zingende tijgerin. Teveel om op te noemen al met al. In een film die tussen de regels door oproept tot consuminderen is dat natuurlijk een paradox van jewelste, maar dat doet geenszins af aan de ervaring die Euphoria is.