Vraag aan vrind G.: “Is er onlangs nog nieuwe muziek uitgekomen die je kunt aanraden?” Antwoord: “Perverts van Ethel Cain. Ik moet het zelf ook nog horen maar Alan Sparhawk van Low vindt het alvast geweldig…” In huize Polderlicht mag dat een aanbeveling heten, dus die juffrouw Cain maar eens gauw opgezocht.
De Amerikaanse muzikante bracht in 2022 een nogal aparte folk/americana-plaat uit die haar een grote schare voornamelijk vrouwelijke en queer fans opleverde. Maar Perverts, uitgekomen in januari j.l., is andere koek. Héél andere koek. De plaat (als je het al een plaat kunt noemen, de muziek is alleen online te vinden) begint met een tien minuten durend, duister stuk dat voornamelijk bestaat uit radioruis, vage stemmen en nogal ondefinieerbare klanken uit een haperend keyboard. Het is meer geluid- dan liedkunst. Daarna volgt een wankele pianoballade met prachtig ijle zang, allerlei kraak- en piepgeluidjes op de achtergrond en een grommende gitaar die halverwege eventjes de sfeer komt verstoren cq versterken. Vervolgens klinkt opnieuw een lang en donker drone-stuk dat in een horrorfilm niet zou misstaan, dan weer een fragiele song en zo gaat het verder. Lekker akelig, soms rete-irritant, bij vlagen bloedmooi, en anderhalf uur lang spannend. Typisch zo’n plaat die je slechts af en toe opzet, maar die na beluistering nog een hele tijd in je hoofd blijft spoken. Een ontdekking.