Dutch (de)Light, onze Abendspaziergang langs tien lichtkunstwerken van Nederlandse kunstenaars in het Duitse stadje Unna, is alweer een paar dagen achter de rug. We zetten één en ander op een rijtje. Dit was er te zien:
1. Nicky Assmann & Joris Strijbos toonden een flink ge-update versie van hun werk Parallel Strata: drie statieven van ca. vier meter hoog, met bovenin elk statief twee rondzwaaiende stroboscopen. Het werk stond op een bouwterreintje van zo’n tweehonderd vierkante meter, grotendeels bedekt met fijn zwart grind. De razendsnelle, van alle kanten tegelijk komende lichtflitsen maakten dat het grind leek te bewegen, te schudden, te vibreren, als was Unna het epicentrum van een kleine aardbeving. Sommigen durfden het niet aan, maar de meeste bezoekers laafden zich – na een paar eerste voorzichtige stappen – aan dit prettig onprettige psychedelische feestje voor de ogen.
2. Op ons verzoek herhaalden Children of the Light Arnout en Christopher de performance die zij tijdens ons eerste Parklicht-project in het Oosterpark uitvoerden. Die performance hield in dat zij, gekleed in zilveren pakken en zonder ook maar één woord te zeggen, met een paar duizend knipperende fietslichtjes (met afwisselend warm en koud wit licht) steeds veranderende patronen op de grond ’tekenden’. En dit keer niet op een grasveld maar op een leeg parkeerterrein, met op de achtergrond onder meer een middeleeuws torentje. De vrees dat de beoogde verstilling ruw zou worden verstoord door de vlakbij gehouden kermis, bleek gelukkig ongegrond: het contrast werkte juist goed en het leverde bovendien extra, zeer verbaasd (kermis-)publiek op.
3. Het zogeheten Nicolaï-Viertel is één van de fraaiste stukjes van Unna’s binnenstad. Goed onderhouden vakwerkhuizen uit lang vervlogen tijden staan schots en scheef langs smalle, omhooglopende straatjes die geplaveid zijn met kinderkopjes. Temidden van dit fraais ligt een klein pleintje met een enorme kastanjeboom. Vanaf de allereerste keer dat we die zagen wisten we: daar, op dat pleintje, om die boom, moet een lichthalo van Tamar Frank komen. En zo geschiedde. De boom stribbelde wat tegen tijdens het installeren maar toen dat eenmaal was gebeurd, leek het of de serene lichtring er altijd al hing.
4. Net als de Children en Tamar was ook Daphne Glasmacher met een ‘Parklicht-werk’ aanwezig. Zij toonde haar optical art-installatie – een kaleidoscopische kijkkast met een hallucinatoir zwart-wit lijnenspel waar de ogen als het ware aan blijven plakken – dit keer in de etalage van een winkel voor kunstbenodigdheden. De eigenaar van die winkel zette er een tafeltje en een paar stoelen voor en heeft de hele eerste avond met een paar vrienden naar het hypnotiserende werk zitten kijken, daarbij in toenemende mate geholpen door een kratje Duits bier.
Children of the Light | Tamar Frank | Daphne Glasmacher (detail)
5. Unna is tijdens WO2 niet gebombardeerd door de geailleerden. Maar om hun historische stadsgezicht te verknallen hebben die Duitsers geen Amerikanen nodig: dat kunnen ze prima zelf. Neem nou dat Volksbank-kantoor: een spuuglelijk, megalomaan jaren ’80-gebouw dat met zijn vijftien meter hoogte alles eromheen overschaduwt. Maar ieder nadeel heb zijn voordeel, want datzelfde gedrocht bleek de ideale locatie voor het werk van Gosse de Kort te zijn. Gosse ‘vouwde’ als het ware een vier bij vier meter grote zwarte plaat om een van de hoeken van het gebouw. In die plaat bevonden zich honderden ledlichtjes: grote pixels in een strak gelid. Het was een statisch werk dat echter leek te veranderen zodra de kijker zijn standpunt veranderde. Wie aan beide kanten langs het werk liep kreeg in totaal tien verschillende ’tekeningen’ cq lichtcomposities te zien. Ergens heel simpel en tegelijk hoogst vernuftig.
6. Dutch (de)Light bestond uit monumentalere werken, zoals dat van Gosse, en wat kleinere, zoals dat van Tamar. In die ‘kleinere’ categorie viel ook het veruit subtielste en meest ingetogen werk van allemaal: dat van Mike Rijnierse. Het werk bestond uit een soort ring van pakweg anderhalve meter doorsnede, met daarin een mysterieus spel van opduikende en weer verdwijnende, soms vage en soms wat scherpere, ronddraaiende lichtvlekken en -lijnen. Het mysterieuze, introspectieve karakter van het werk contrasteerde mooi met de nikserige locatie waar het werd getoond: voor een garagepoort op een doodstil, achter een paar woonhuizen gelegen parkeerterrein. Alweer een parkeerterrein? Jawohl, want in Duitsland is nu eenmaal élke lege vierkante meter bestemd voor de heilige koe.
7. Femke Schaap kennen we van haar piepschuimen vormen met daarop ‘gemapte’ videoprojecties van draaiende cirkels en bewegende lijnen en rechthoeken, resulterend in een vernuftig twee- en tegelijk driedimensionaal spel. Ook op de centraal gelegen Unnase Kirchplatz bleek deze aanpak goed voor een monumentale installatie. Dat waar we op hoopten gebeurde: met zijn zwarte en witte vlakken en banen ging het werk een bijna één-op-één relatie aan met het erachter gelegen vakwerkhuis. Doordat twee vakken van het vakwerkhuis eveneens werden ‘belicht’ was het huis niet alleen achtergrond maar vormde het een verlengstuk van het werk. Door aldus te projecteren op een stukje bestaande omgeving voegde Femke, zij het nog wat voorzichtig, een geheel nieuw aspect toe aan haar Proposal For Lunapark-serie.
Gosse de Kort (foto’s Michael Zöphel) | Mike Rijnierse | Femke Schaap
8. Naast parkeerplaatsen (en bakkerijen) stikt het in Unna van de apotheken. Niet eens zo gek dus dat we bij het zoeken naar een overdekte entree voor MMC Schobbe bij zo’n pillenwinkel uitkwamen. In die entree legde MMC (wij mogen Mieke zeggen) een aantal spiegels op de vloer. Ronde spiegels, rechthoekige spiegels; grotere, kleinere en gebroken exemplaren. De spiegels reflecteerden het licht uit een bescheiden toneelspot op de witte muur, waardoor er op die muur een compositie van lichtvlakken ontstond. Mede omdat Mieke de hele tijd aanwezig was om aan haar compositie te ‘sleutelen’ was het overduidelijk hoe dit werk ‘werkte’ zonder dat dit afbreuk deed aan de betovering ervan: integendeel juist.
9. Op de Platz der Kulturen staat een enorm, raamloos, grijs gebouw. Deze brutalistische constructie is een paradox: al dat beton omvat namelijk… een gat. En niet zo maar een gat maar een heuse skypace van lichtkunstgrootmeester James Turrell. Die wetenschap doet het gebouw toch wat minder lelijk lijken dan het feitelijk is. Enfin, op een groot betonnen vlak is het goed projecteren en dat is dan ook precies wat Philip Vermeulen deed. Een enorme schijnwerper scheen door de rotorbladen van twee al even enorme, in één lijn geplaatste ventilatoren heen. Doordat die, los van elkaar, de hele tijd van snelheid veranderden was ook het ‘beeld’ op de muur steeds anders: soms was er de herkenbare schaduw van een ventilator; vervolgens veranderde die in een ondefinieerbare vorm. Op de mooiste momenten waren de faseverschillen zodanig dat er een fraai moiré-effect ontstond. Vraag blijft natuurlijk wat de heer Turrell ervan zou hebben gevonden.
10. Peter Vink tenslotte koos voor een bepaald niet voor de hand liggende locatie: een ijzeren brandtrap in een donkere achterafstraat achter een kroeg. Echt zo’n plekje voor hangjongeren: viezig, voorzien van stickers, graffiti en met hier een daar een lege bierfles – en maar liefst vijf etages hoog. Peter plaatste led-lichtlijnen in het ding en deed dat op dusdanige wijze dat er bij langslopen een fijn verticaal moiré ontstond tussen de laag spijlen mét en de laag spijlen zónder lichtlijnen. De hele brandtrap werd een vibrerende lichtinstallatie. En alsof het met duizenden tie-wraps aanbrengen van maar liefst 360 meter (!) aan ledlijn nog niet genoeg was liepen die lijnen óók nog eens door over het straatoppervlak – iets dat menig dronken Duitser in verwarring zal hebben gebracht.
MMC Schobbe | Peter Vink | Philip Vermeulen
Terugkijkend kunnen we alleen maar concluderen dat de kwaliteit van de kunstwerken zonder uitzondering uitstekend was. En ook de locatiekeuze (deels fraaie en deels lekker lelijke plekjes) viel in alle gevallen goed uit. De keuze voor alleen werk met wit licht bleek opnieuw een goede zet, niet alleen vanwege de ‘relatie’ met de vakwerkarchitectuur, maar ook vanwege het contrast met de kleurrijke lichtexplosie die de kermis met zich meebracht.
De opkomst was uitstekend, niet op de laatste plaats vanwege de vele publiciteit die de 5e Nacht van de Lichtkunst (waar Dutch (de)Light deel van uitmaakte) wist te genereren. Dat Duitse publiek is sowieso iets om jaloers op te zijn! Zeer voorkomend en veelal uiterst geïnteresseerd. En zeg nu zelf: ‘Ich hoffe Sie werden gut bezahlt’ klinkt toch heel anders dan ‘Wat kost dat?!’
Ook het weer werkte mee: het was relatief zacht en – belangrijker nog – het bleef vrijwel de gehele tijd droog. Vrijwel, want precies één uur voor het einde van de laatste avond begon het te gieten en liep de gehele stad in één klap leeg. Tegen die tijd maakte dat allemaal niks meer uit: Dutch (de)Light kon niet meer stuk. We kijken er met trots en genoegen op terug. Dat geldt ook voor ‘onze’ kunstenaars en ook onze opdrachtgever, het Zentrum für Internationale Lichtkunst Unna, kan alleen maar tevreden zijn.
Tenslotte
Eigenlijk was het de bedoeling dat de derde editie van Parklicht, alweer twee jaar geleden in het Amsterdamse Oosterpark, ons laatste buitenproject zou zijn. Niet alleen vanwege persoonlijke omstandigheden, maar ook omdat we het na tien (!) van dit soort grote, zeer energie- en tijdrovende projecten in bijna twintig jaar eigenlijk wel welletjes vonden en ons voortaan eigenlijk alleen nog met wat kleinere, meer behapbare projecten wilden bezighouden. Maar nog tijdens Parklicht kwam die vraag uit Unna, en daar konden we natuurlijk onmogelijk nee tegen zeggen. En dus gingen we aan de slag met nummer elf. Gelukkig maar. Want Dutch (de)Light mag dan onze aller-, állerlaatste lichtkunstwandelroute in de openbare ruimte zijn geweest, het was ook de meest geslaagde. Kunstenaars, sponsors, meehelpende inwoners en ondernemers van Unna, alle bezoekers: vielen Dank!
Helemaal bovenaan: Nicky Assman & Joris Strijbos (foto Michael Zöphel)