Een rookmachine! Een heuse begintape! Het zijn zaken die we niet vaak meemaken in de Occii. Maar het is geen gezwollen progrock-band die aantreedt maar het duo Ak’Chamel. Twee Texanen die op hun elpees Arabische luitklanken, twang-gitaren, Tibetaanse keelzang en andere ‘wereldmuziek’ mengen tot wat ze zelf post-colonial cultural cannibalist fourth world music noemen: eigengereid maar niet al te zwaar op de hand en daardoor best toegankelijk. Wat ze op het podium brengen klinkt heel anders en doet denken aan een sjamanistische seance: duistere, psychedelische drones, aangevuld met allerlei fluiten, trommeltjes, belletjes, gehark op een viool en ondefinieerbare keelklanken. Verdomd vage shit kortom, maar zeer genietbaar, niet in het minst door de uitdossing van de muzikanten: zelf gefabriceerde maskers, het ene iets Afrikanerigs met jute en de onderkaken van een of ander beest, het andere lijkend op Leatherface uit The Texas Chainsaw Massacre. (En er is nog een derde gemaskerde figuur: naar verluidt een fan die voor de gelegenheid mocht meedoen en die gedurende het hele optreden onverstoorbaar hetzelfde belletje ‘bespeelt’, ook nadat de klepel eruit is gevallen.) Een half uur duurt de set, en dat had wat ons betreft best wat langer gemogen. Dan volgt er als vanuit het niets nog een toegift die al na amper een minuut grof wordt afgekapt door het loeihard versterkte afgaan van een telefoon, waarop de heren haastig van het podium rennen. Kostelijk.
(foto: Gert Verbeek)