Parklicht is voorbij. En we kijken er met veel voldoening op terug. Het was elke avond lekker druk (maar niet té) in het Oosterpark, het weer was goed en de sfeer zo mogelijk nog beter. Een enkeling vond het gebrek aan spektakel teleurstellend (één mevrouw was boos omdat ze “die mooie boom met de witte bollen” – de tekening op ons affiche – nergens kon vinden) maar de meeste bezoekers wisten op voorhand dat ze geen festival maar een tentoonstelling gingen bezoeken en hadden hun verwachtingspatroon daarop ingesteld. Sommige locaties waren zo mogelijk nog ‘verborgener’ dan vorig jaar (de plattegrond bleek opnieuw onontbeerlijk) maar ook daar hoorden we amper klachten over.
De kunstwerken voldeden vrijwel allemaal aan de verwachtingen. Het stijlenpalet was ondanks dezelfde beperkingen (alleen wit licht en/of blacklight, abstract, stil) ietsjes breder dan vorig jaar. En daardoor misschien ook ietwat minder consistent, maar aan de vele positieve reacties te horen viel daar niemand over. Voor wie het allemaal heeft gemist volgt hier een omschrijving van de getoonde kunstwerken, in dezelfde volgorde als op onze plattegrond:
1. “Logisch dat dit door een Japanner is gemaakt”, was een veelgehoorde opmerking bij uiterst subtiele installatie van Yasuhiro Chida, waarin een piepklein ledlampje door een druppelend kraantje scheen. Elke wassende druppel vormde een lens waardoorheen diezelfde druppel op de steeds nattere vloer werd geprojecteerd. De ene druppel is de andere niet en die minimale en normaliter onzichtbare verschillen werden letterlijk uitvergroot. Hypnotiserend in zijn ritmiek en groots in zijn kleinheid: 100% Zen.
2. Zo mogelijk nog subtieler was Yasuhiro’s tweede bijdrage: een ragfijn web van in totaal drie kilometer (!) visdraad, gespannen tussen enkele bomen. Met midden daartussenin eveneens een kleine ledlamp die talloze kleine, bewegende glimlichtjes op het verder vrijwel onzichtbare web projecteerde, als een nerveuze zwerm minuscule mugjes. Die lamp werd in beweging gebracht door de wind en aangezien die gaandeweg het project steviger werd, nam de dynamiek van de installatie met de dag toe. Het werk was zo ijl dat het pas zichtbaar werd als men dichterbij kwam. Sommigen hebben het daardoor gemist, anderen toonden zich blij verrast door deze ‘openbaring’.
3. Tamar Frank plaatste een forse, felwitte halo om een monumentale, meer dan honderdjarige plataan en een iets kleiner exemplaar om een wat gewonere boom verderop. De spirituele of zelfs sacrale associaties die de halo-vormen opriepen schuurden heel prettig (vonden wij, vond niet iedereen) met de rommelige parkeerplaats annex milieuparkje van het Tropeninstituut waar ze zien waren. Overigens: er trad (puur toevallig) een zekere mate van beeldrijm op met de geprojecteerde ovalen van Elly Sloep, vorig jaar op dezelfde locatie.
(voor deel 2 klik hier)
(Op de foto bovenin het werk van Tamar Frank. Onderin Yasuhiro Chida.)