platform

NS-stations in en rond Amsterdam | sinds mei 2021

Op verzoek van de kunstcommissie van NS Stations organiseren we tentoonstellingen met eigentijdse kunst in tijdelijk leegstaande ruimtes (winkels, wachtruimtes etc.) op stations in en rond Amsterdam. De exposities duren, mits de ruimtes niet tussentijds verhuurd worden, drie tot zes maanden.


Platform 11: Jacqueline Kooter
In de voormalige wachtruimte op perron 3/4 van NS Station Amsterdam RAI hangen enorme papieren slierten van plafond tot vloer. Het papieren landschap is organisch van karakter en doet vreemd en tegelijkertijd bekend aan. Het straalt een raadselachtige sfeer uit die zowel vriendelijk als dreigend is. Kijken wij naar een aards woud of misschien naar een plek onder water? Neemt de natuur alles over of is zij juist in verval? Jacqueline Kooter maakt korte films en installaties. Zij werkt voornamelijk met papier. Daarmee bouwt zij op klein formaat sets waarin haar (animatie) films zich afspelen, of maakt zij met levensgrote papieren elementen een omgevingssculptuur zoals in de voormalige wachtruimte op perron 3/4 van NS Station Amsterdam RAI.

Platform 10: Guda Koster
Drie vrouwenfiguren hangen ondersteboven, met hun voeten aan het plafond, in de voormalige wachtruimte op perron 3/4 van NS-station Amsterdam RAI. We zien alleen hun in maillots gestoken onderlijven; de rest is verborgen onder hun lange, naar beneden hangende rokken. De ongemakkelijke poses van de figuren contrasteren flink met de vrolijk gekleurde stoffen waarin ze gekleed zijn. Deze installatie van Guda Koster oogt strak gecomponeerd, maar naar de betekenis ervan is het slechts gissen. Guda Koster maakt al een leven lang sculpturen van textiel. Haar werk bevindt zich tussen mode, beeldende kunst, fotografie en performance. Gebruikmakend van kleding en textiel in felle kleuren en opvallende patronen, al dan niet in combinatie met (delen van) paspoppen, creëert ze surreële situaties. Gezichten zijn nooit zichtbaar, de figuren blijven anonieme pionnen in een visueel spel.


Platform 09: John Prop
In de voormalige wachtruimte op perron 3-4 van station Amsterdam RAI toonde Polderlichts eigen John Prop een (letterlijk) bruin café, levensgroot en gemaakt van golfkarton. Café Oppenheimer: een ‘kijkdoos’ die zowel verwijst naar de voormalige horeca-functie van de locatie als naar de geopolitieke spanningen van dit moment. Het ondenkbare is toch gebeurd: Poetin heeft op de rode knop gedrukt en een wereldwijde atoomoorlog ontketend. De televisie in Café Oppenheimer toont live de ene paddenstoelwolk na de andere. Een enkele stamgast zag de rampspoed al aankomen en draagt een gasmasker, een ander ziet het gelaten aan, maar de meerderheid van de cliëntèle is in paniek. En wat doe je dan? Je geeft nog maar een rondje. En nóg een… (Mede dank aan Pictoright)


Platform 08: Mathieu Klomp
In de voormalige wachtruimte op perron 3-4 van station Amsterdam RAI was een groep levensgrote, wachtende mensfiguren te zien, gemaakt door Mathieu Klomp. Ze zijn monochroom groen en her en der ruw afgewerkt, maar zien er in al hun kwetsbaarheid niettemin heel realistisch uit. Ze ogen verveeld of in gedachten verzonken; een enkeling is bezig met zijn mobiel, een ander is er maar bij gaan zitten. Wachten ze tot die surrealistische man achter dat bureautje tijd voor ze heeft? En wat willen ze van hem? Mathieu Klomp werkt met gesmolten plastic: krimpfolie die hij met een föhn bewerkt. Hij heeft deze bijzondere techniek zelf ontwikkeld. Het gesmolten plastic refereert aan marmer, gewaden of kwaststreken, maar is tegelijkertijd een goedkoop alledaags wegwerpproduct.


Platform 07: Stefan Gross
Een knalroze ruimtestation draaide traag doch gestaag rondjes tegen de zwarte achtergrond in het voormalige Sushishop-filiaal aan de Stationspassage van Utrecht CS. Het vervreemdende en zeer opvallende object – science fiction in een snoepvariant – is gemaakt van gesmolten plastic, hét standaardmateriaal van kunstenaar Stefan Gross: “Ik ben met plastic opgegroeid, het is een eerlijk materiaal voor mij. Het is biologisch afbreekbaar en recyclebaar, en biedt mij onbeperkte vorm- en kleuropties. Mijn kunst wordt gemaakt van een kunstmatig aardolieproduct, restmateriaal uit een verdwenen wereld.”


Platform 06: Jimi Kleinbruinink
In het voormalig Sushi Shop-filiaal aan de passage van station Utrecht Centraal toonde Jimi Kleinbruinink een ruimtelijke installatie; een sculpturale, site specific compositie van kortere en langere latten in diverse kleuren die kriskras door elkaar achter de ramen leken te zweven. Het werk oogde massief noch statisch, wekteeerder de indruk gewichtloos te zijn, als sterren en planeten in een oneindig, speels universum van gips, hout, bouwmaterialen en gevonden voorwerpen. Kleinbruininks werk, dat geen eenduidige boodschap heeft en primair naar zichzelf verwijst, wil de toeschouwer verwonderen. Waar houdt het werk op en begint de ruimte eromheen? Wat is gecomponeerd en wat geïmproviseerd? Waar kijken we eigenlijk naar?


Platform 05: Wim Vonk
Wim Vonk is niet alleen een virtuoos tekenaar, maar bouwt ook sculpturen: ruimtelijke collages van curiosa, gevonden en zonodig bewerkte spullen met een zeker karakter. Dat kan van alles zijn: oude meubels, kasten en kastjes, vintage keuken- of stereo-apparatuur, lampen en Afrikaanse maskers, maar ook kleine dingen zoals knopen, bierblik-lipjes, kinderspeelgoed, sieraden en nog veel meer. Al die onderdelen hangen of staan ogenschijnlijk willekeurig naast of op elkaar, maar bij nader inzien blijkt alles fijnzinnig gecomponeerd. Centraal in het werk op Amsterdam RAI stonden (of beter gezegd: hingen) twee zgn. ’tekenmachines’: draaiende sculpturen met daaraan pastel en krijtjes die eindeloos cirkels op de vloer tekenen. Een metafoor voor het leven tijdens een eindeloos lijkende pandemie?


Platform 04: Peter Vink
Peter Vink maakt kunstwerken op basis van de specifieke eigenschappen van een ruimte of omgeving. Hij wil daarbij het aanwezige benadrukken en/of versterken om de ervaring van die ruimte te beïnvloeden en centraal te stellen. In het bijna geheel zwarte casco van een voormalig Sushi Shop-filiaal aan de stationspassage van Utrecht Centraal deed hij dat onder meer door van zichzelf onopvallende zijruimtes letterlijk te laten oplichten. Peter toonde een even levendig als minimalistisch lichtkunstwerk: in een horizontaal grid gehangen led-lichtlijnen in rood, blauw en wit veranderden continue van compositie en lichtsterkte. Met momenten was het licht behoorlijk fel; dat het werk opviel mag een understatement heten.


Platform 03: Fransje Killaars
Fransje Killaars heeft internationaal faam verworven met monumentale, vaak ruimtevullende installaties, samengesteld uit materiaal dat ons in het dagelijks leven zeer vertrouwd is: textiel. Kleur speelt de meest bepalende rol in het werk. De impact van de kleuren slaat de ratio over en raakt direct aan het gevoel. Of, zoals Fransje zelf zegt: ‘Kleur toont het onzegbare. Het beeld neemt het over.’ In een voormalig Sushi Shop-filiaal aan de stationspassage van Utrecht Centraal toonde zij Figures Colours First, samengesteld uit stoffen en weefsels in de vorm van grotere en kleinere wanddoeken, kleurstalen, aangeklede en gesluierde mannequins en bustes. De installatie betrof een tweeluik, bestaande uit een bonte en een zwart-witte helft.


Platform 02: Dan Geesin
De in Nederland woonachtige Brit Dan Geesin is muzikant, filmmaker en beeldend kunstenaar. In die laatste hoedanigheid maakt hij tekeningen, ruimtelijke (soms kinetische) installaties en sculpturen. Achter de monumentale houten puien van de voormalige directiekamers op station Haarlem toonde Geesin een serie met de hand vervaardigde houten sculpturen. De abstracte beelden hebben een ’tribale’ of ‘oer’-kwaliteit, zijn lichtelijk humoristisch, maar wekken ook een melancholisch gevoel op, hetgeen in Haarlem nog eens werd versterkt door de schijnbaar zinloze rondjes die zij, hangend aan het plafond, draaiden.


Platform 01: Herman Lamers
Herman Lamers is een beeldhouwer, installatiekunstenaar, fotograaf en tekenaar die woont en werkt in Rotterdam. Hij bedenkt en creëert projecten voor de openbare ruimte en is daarbij niet voor één gat te vangen: zijn werk varieert van realistisch tot abstract en komt tot stand met de meest uiteenlopende materialen. In zijn vrije werk combineert hij de resultaten van die verschillende werkwijzen. In een voormalige wachtruimte toont Lamers een installatie bestaande uit 400 kilo (!) grind en een aantal grote bloemsculpturen; boven deze ’tuin’ zweeft een wat onbestemde, zittende figuur. Wacht die op de volgende trein? Of zit hij/zij te dagdromen?